Was ze vanmorgen nog stikjaloers op het kalf van haar stalgenote, vanavond kreeg ze zelf een kalf, lekker puh!
We hadden gehoopt op een vaarskalf, maar omdat de koe op 4 mei was uitgeteld, rekenden we inmiddels op een stier – de draagtijd van een stier is meestal iets langer dan van een vaarskalf. Het is een vaarskalf! De vader is Ideal. De geboorte van een vaarskalf uit een goede koe is bij ons altijd goed voor een gebakje - i.p.v. een beschuit met rose muisjes.
Veertien dagen geleden kwamen ze terug: de boerenzwaluwen. Net als in andere jaren na half april. Als we nu in de stal zijn, horen we het 'gekeuvel' van deze vogelsoort.
Omdat het aantal boerenzwaluwen de laatste 40 jaar sterk is afgenomen, heeft Sovon het jaar 2011 uitgeroepen tot het jaar van de boerenzwaluw. Er is een campagne ontwikkelt. Ook in het tijdschrift Vogels is deze maand aandacht voor de boerenzwaluw.
Het aantal agrarische bedrijven is de afgelopen 40 jaar sterk afgenomen. Veel voormalige boerderijen zijn verbouwd tot woonboerderij, en daar is nauwelijks of geen nestelgelegenheid meer. De boerenzwaluw nestelt bij voorkeur in de stal bij de koeien. Vorig jaar in juni, net nadat het eerste legsel uitvloog, heb ik boerenzwaluwen – vliegend boven de sloot - op film vastgelegd, dan krijg je een idee hoeveel hier op ons bedrijf rondvliegen. Het zijn ware vliegkunstenaars.
Onze Kiandochter - de linkse koe op de foto – doet net alsof zij de moeder is van dit pasgeboren vaarskalf. De koe rechts is de echte moeder, zij krijgt niet de kans om haar kalf droog te likken.
Onze Kiandochter is wel hoogdrachtig, ze moet vandaag of morgen kalven. Ze is een heel assertieve koe, dat zijn alle Kiandochters. Kiandochters zijn door hun pittige karakter uitermate geschikt voor een melkrobot. Onze koe ook, ze kan bijna niet wachten tot ze weer de stal in mag. We hebben drie nakomelingen van haar op ons bedrijf. Van een goede koe is een bevalling altijd extra spannend: wordt het een vaarskalf – waar je altijd stiekem op hoopt – of een stier.
Over koetjes en kalfjes 